Van hoofdstad naar hoofdstad

Ook op de tweede dag van dit driedaagse weekend kregen we weinig gelegenheid om bij te slapen. Een half uur eerder dan doordeweeks zaten we weer allemaal aan het ontbijt, om al om 07.30 te vertrekken naar de grootste attractie van Jaipur: het Amber fort. Bij aankomst kozen we ervoor om op een behoorlijk koloniale manier – per olifant – de berg te beklimmen waarop het fort gelegen was. En eenmaal binnen kregen we van onze vriend Jaren (de gids) weer de nodige uitleg over wat dit geheel allemaal te betekenen had, waar door zijn ietwat vermoeiende stem slechts een deel van de groep oor voor had. Na wat kopjes koffie bij een cafeetje werden we weer met een Jeep de berg af gebracht, terug de inmiddels welbekende bus in.

De rit vervolgde zich naar de spookstad Fatehpur Sikri, een stadje dat gedurende het Mongoolse rijk een korte tijd gediend heeft als regionale hoofdstad, totdat men erachter kwam dat er door een gebrek aan water helemaal niet geleefd kon worden. Hierna werd de hoofdstad verplaatst naar Aggra, wat ook de eindbestemming was voor onze groep vandaag.

Bij aankomst in Aggra werd een deel van de groep afgezet bij een culturele show, waar het verhaal van het ontstaan van de Taj Mahal in veel geuren en kleuren verteld werd. Ondanks het feit dat de entertainment industrie nog het een en ander kan leren van de Westerse variant, was het voor iedereen absoluut een leuke ervaring. Ondertussen settelde de rest van de groep zich in het hotel, voordat we daarna weer met z'n allen een hapje gingen eten bij een restaurantje om de hoek, waar ook de plaatselijke afdeling van de Lions Club (Rotary-achtig) een feestje hield. Hier kwamen we erachter dat Indiërs met een paar slokken whiskey op opeens behoorlijk veel kunnen praten. Na het etentje eindigde de avond voor de meesten, want voor morgenochtend stond het hoogtepunt van het weekend op het programma: de Taj Mahal met zonsopkomst.